“Waarom is met een jongere spreken moeilijker dan met mensen van de eigen leeftijd?”.
In een parochie van Rome, die wij vroeger perifeer genoemd zouden hebben, bevond ik mij op een prachtige avond in onze mooie Romeinse oktober, die, al was het alleen maar hierom, de stad zo aantrekkelijk maakt, in een mooie groep jongeren om op zeer veel vragen antwoord te geven.
Ik beloofde op het einde van die avond terug te komen op het onderwerp dat mij het eerste werd voorgelegd.
Er zijn zeer veel redenen die deze dialoog moeilijk maken. Het is altijd gemakkelijker met mensen te spreken die eenzelfde taal gebruiken, die dezelfde interesses gemeenschappelijk hebben, die zich binnen wel bekende horizonten van ervaring bewegen, die leven… op onze en niet op een andere planeet.
Vandaag is het gewoon over jongeren te spreken als over een buitenaardse planeet. Vaak keert immers de uitdrukking “de wereld van de jongeren” terug.
Wij zouden lang kunnen stilstaan bij deze en zoveel andere redenen. Het lijkt mij echter dat wij, wanneer wij deze oorzaken blijven opsommen, ons uiteindelijk bewegen aan de rand van het probleem en ons steeds meer verwijderen van de werkelijke kern van de kwestie.
Toen de heilige Johannes Paulus II sprak tot de jongeren van Latijns-Amerika, zei hij, een poëtische uitdrukking van de heilige Johannes XXIII in herinnering brengend, dat “het leven de verwezenlijking is van een jeugddroom. Moge iedere jongere zijn droom hebben om hem te veranderen in een wonderbare werkelijkheid”.
Uitgaande van deze poëtische uitdrukking, die de kern van ons probleem raakt, kunnen wij de redenen begrijpen van de moeilijkheid van deze dialoog.
Een diepgaande en authentieke dialoog brengt de innerlijkheid van degenen die elkaar ontmoeten, in contact. Zij voedt zich niet met een anoniem, algemeen, stereotiep, conventioneel, verkeerd gebruikt, modieus taalgebruik, maar tracht verder dan de gebruikte woorden en gebaren het hart van de gesprekspartner te bereiken. Om een Bijbelse taal te gebruiken, zij bereikt het snijpunt van de ziel en de geest, van de gewrichten en het merg door de intiemste gevoelens en gedachten te doorzoeken.
De jeugddroom openbaren
Een dialoog is niet een spel van woorden of het opdringen van een gedachte in de naam van een verworven ervaring of een opeengehoopte informatieve kennis. Een dialoog is alleen een dialoog, wanneer de gesprekspartners in woord en luisteren zich openbaren en de diepste en meest geheime droom van hun jeugd openbaren.
In dit zich wederzijds onthullen ligt heel ons wezen dat gaat meespelen, wordt heel ons leven blootgelegd.
Daarom is een authentieke dialoog altijd een delicate, respectvolle, vastbesloten en tegelijkertijd zachtaardige dialoog. Om de woorden in herinnering te brengen van Che Guevara, een van de mythes die nog steeds zoveel jongeren van vandaag fascineert (en het zou interessant zijn het waarom te begrijpen), “men moet hard zijn zonder ooit de tederheid te verliezen”. De ware dialoog voedt zich met een woord dat voortkomt uit een diepe stilte om vervolgens na zijn loop voltooid te hebben terug te keren naar de diepe stilte die hem omgeeft.
De dialoog met een jongere is in zijn meest pure dimensie een dialoog over de wederzijdse “jeugddroom”.
Vandaag zijn wij getuige van een verschijnsel dat schommelt tussen het belachelijke en het zielige: het onvermogen van zeer velen om de last van de eigen leeftijd op zich te nemen. De cultus van het beeld, de schijn, van het laten zien wat men niet is, doordat men mythes van een eeuwige jeugd najaagt, openbaart de mislukking van een niet verwezenlijkte droom, een angst om uiteindelijk wie wij werkelijk zijn, te zien en te kennen.
Wij zijn onszelf en niet de vrucht van een experiment in het laboratorium, wanneer wij onze historische situatie weten te aanvaarden met al haar beperkingen en mislukkingen, zwakheden en ellende.
De dialoog met een jongere is altijd een asymmetrische dialoog. Als deze dialoog een vergelijking is tussen jeugddromen, is hij – als authentieke vorm en taal die ons hart openbaren – asymmetrisch. Dit, omdat enerzijds de jongere recht heeft op zijn toekomst en zijn ervaring om die droom te verwezenlijken, terwijl van onze kant de toekomst van onze jeugddroom reeds staat geschreven in onze ervaring en zichtbaar is in ons heden.
Daarom bestaat de asymmetrie van de dialoog in het feit dat het een dialoog betreft tussen een toekomst-heden (in de jongeren) en een verleden-heden (in ons).
Hier ligt de ware moeilijkheid van het spreken met een jongere. Als wij niet willen vluchten in een toekomst die niet bestaat, of onze jonge gesprekspartner willen verstikken in een verleden dat niet geleefd is, moeten wij de eerlijkheid en de moed hebben om in het heden een dialoog te voeren, de enige tijd die ons ter beschikking wordt gesteld.
De jongere treedt in dit heden binnen met heel zijn jeugddroom. Wij mogen deze droom niet verwoesten in naam van ons verleden.
Wij treden binnen met ons leven dat toont of onze jeugddroom verwezenlijkt is of zich aan het verwezenlijken is, zonder dat wij onze toevlucht nemen tot een tijd die ons niet meer toebehoort.
En als wij er niet in geslaagd zijn, hebben wij het recht niet beoordeeld te worden in onze ervaring door wie deze nog moet opbouwen.
Spreken met jongeren is moeilijk. Het is niet onmogelijk. Er is nederigheid nodig, eerlijkheid, geduld, liefde in waarheid, kalme aanvaarding van onze mislukkingen, moed om te blijven dromen dat waar wij niet geslaagd zijn, anderen hoog kunnen vliegen de oneindige hemel in. Zonder afgunst en jaloezie.
(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)
07/03/2024