Het bisdom Reggio Emilia-Guastalla heeft een oppervlakte van 2.394 km2 en een bevolking van ongeveer 570.00 inwoners.
Het gebied van het bisdom strekt zich met inachtneming van de geografische vorm van de provincie uit van noord naar zuid, maar sluit ook enkele gemeenten van de provincie Modena in, zoals Sassuolo, Prignano sulla Secchia en een gedeelte van het gebied Montefiorino. Het loopt van het Po-gebied in het noorden tot aan de bergrug van de Toscaans-Emiliaanse Apennijnen in het zuiden, waar de Monte Cusna met zijn 2.120 m. hoogte oprijst.
Het klimaat laat al naar gelang de streek verschillende eigenschappen zien. De zomers zijn zeer warm met temperaturen boven de 30° C met een hoog vochtigheidsgehalte. De winter is zeer streng met een allesbepalende bewolking, vooral in het laagland richting Po en aanzienlijke sneeuwbuien in de streek van de Apennijnen.
De recente geschiedenis van de stad en de provincie Reggio Emilia is diepgaand getekend door de Tweede Wereldoorlog. Het gebied van Reggio Emilia wordt een plaats van de vorming van bendes partizanen in het geheel van de politieke en militaire bewegingen die de naam van “Resistenza” (Verzet) zullen krijgen en die zich na het afkondigen op 8 september 1943 van de wapenstilstand van Cassibile verzetten tegen het nazifascisme in het kader van de bevrijdingsoorlog van Italië.
25 april 1945 betekent een historische ommekeer: het democratisch bestuur wordt hersteld, eerst onder leiding van de CLN (Comitato di Liberazione Nazionale = Comité van Nationale Bevrijding), dat de gewapende strijd had gevoerd, vervolgens bij de eerste verkiezingen van 1946 met een democratisch bestuur. Reggio Emilia ziet onmiddellijk de overheersing van de PCI (Partito Comunista Italiano = Italiaanse Communistische Partij). Het klimaat van de periode na de oorlog werd echter overschaduwd door talrijke politieke moorden door communistische bendes ten opzichte van politieke tegenstanders of kerkelijke personen in de zogenaamde “driehoek van de dood”.
De economische ontwikkeling leidt tot een sterke emigratie vanuit Zuid-Italië, in het bijzonder Calabrië en het dorp Cutro met mensen die voornamelijk werken in de bouwsector. De jaren ’70 en ’80 laten een sterke economische ontwikkeling zien in verband met de productie van “keramiek”. De ontwikkeling van het district kan in wezen in verband worden gebracht met het beschikbaar zijn van de grondstof die afkomstig is uit de groeven in de streek van de Apennijnen, en met een traditie in het produceren van keramiek waarvan in de historische archieven sporen te vinden zijn vanaf de 18e eeuw.
Vanaf de jaren ’80 laat de welvaart die bereikt is met de ontwikkeling van de belangrijkste productiesectoren, Reggio Emilia een van de eerste plaatsen innemen in de nationale ranglijsten voor economische niveaus en enkele dienstverleningen (waaronder de gemeentelijke kleuterscholen in het oog vallen).
In de jaren 2000 heeft de provincie Reggio Emilia een aanzienlijke toename gezien van immigratie uit het buitenland. Op het ogenblik zijn er in de provincie ongeveer 66.000 vreemdelingen woonachtig, van wie 9.000 uit EU-landen, het merendeel van Roemeense nationaliteit. Van de zeer veel nationaliteiten die in het gebied aanwezig zijn, zijn overeenkomstig het aantal woonachtige personen het meest vertegenwoordigd Marokko, Roemenië, India, Albanië, China en Pakistan.
Werd tot eind jaren ’90 de immigratie uit Zuid-Italië en uit het buitenland begroet als een factor van ontwikkeling die in verband staat met de economische groei, dan begon deze mettertijd problemen te veroorzaken betreffende de integratie, die vandaag nog moeilijker wordt gemaakt door het in de hele westerse wereld verspreide verschijnsel van de crisis in de structuren van de maatschappij en het gezin. De economische stagnatie-recessie van de laatste jaren heeft competitieproblemen veroorzaakt tussen autochtonen – en immigranten uit Zuid-Italië – en vreemdelingen betreffende de middelen, waarvan men zich realiseert dat ze aan het afnemen zijn.
Bij deze indrukwekkende verandering komen signalen van moeilijkheden die door maatschappelijke lagen worden ondervonden die tot nu toe nooit het risico van armoede hebben gekend.
Vanaf 2015 komt het verloop van de arbeidsmarkt van de provincie Reggio Emilia toch overeen met de regionale context van de groei van de banenmarkt. In 2018 bedraagt het werkelozencijfers 4,2%.
De sterke toestroom van migranten veroorzaakt een culturele en antropologische verandering van de gens reggiana, en wel zodanig dat deze de relatie tussen plaatselijke ontvangende autochtone gemeenschap en de verschillende culturele platforms die binnen het gebied aanwezig zijn, aantast.
De oorsprong van het bisdom Reggio Emilia wordt traditioneel gedateerd in de 1e eeuw, maar men heeft alleen betrouwbare historische documenten over een bisschop van Reggio alleen vanaf 451, het jaar waarin Faventius deelnam aan het Concilie van Milaan.
Oorspronkelijk een suffragaanbisdom van het aartsbisdom van Milaan, ging het in de 7e eeuw deel uitmaken van de kerkprovincie van het aartsbisdom Ravenna. Op 10 december 1582 werd het een suffragaanbisdom van Bologna.
Het bisdom Guastalla is op 18 september 1828 opgericht.
Op 22 augustus 1855 gingen de twee bisdommen deel uitmaken van de kerkprovincie van het aartsbisdom Modena.
Op 10 februari 1973 werd mgr. Gilberto Baroni, reeds vanaf 1965 bisschop van Reggio Emilia, ook tot bisschop benoemd van Guastalla en verenigde zo de twee bisdommen in persona episcopi.
Op 30 september 1986 werd krachtens het decreet Instantibus votis van de Congregatie voor de bisschoppen de plena unio van de twee bisdommen bepaald en heeft het nieuwe kerkelijke district zijn huidige naam gekregen.
Bisschopszetel is de stad Reggio Emilia, waar zich de kathedraal bevindt die gewijd is aan Maria-ten-Hemel-Opneming, een romaans gebouw en voorwerp van talrijke verbouwingen en veranderingen in de loop der eeuwen, een plaats in het historisch centrum van de hoofdstad van Emilia. In Guastalla bevindt zich de tweede kathedraal die gewijd is aan de heilige apostel Petrus.
Vanaf december 2012 wordt het bisdom bestuurd door bisschop mgr. Massimo Camisasca.
Het bisdom is onderverdeeld in 318 parochies, georganiseerd in 62 pastorale eenheden gegroepeerd in 5 grote vicariaten. Het kan rekenen op 254 priesters, van wie er 232 diocesaan en 22 buitendiocesaan met een aanstelling binnen het bisdom.
Het draagvlak van de pastorale lijnen van het bisdom zijn de traditionele lijnen van de ontwikkeling van en de zorg voor de liturgie, de vorming van de gelovigen en de organisatie van de caritas, sterk in de ervaring van de “Case della Carità” (Huizen van de Caritas) die don Mario Prandi voor het eerst had opgedaan, die er de ziel van zijn, maar ook in de Caritas-groepen en in andere parochiële initiatieven en organisaties.
Aanzienlijk ontwikkeld is het discours betreffende de ambten, vooral inzake het permanente diaconaat dankzij het werk van de onvergetelijke don Alberto Altana. Tegenwoordig zijn er in het bisdom 125 permanente diakens aanwezig.
In het voetspoor van zijn voorgangers wil mgr. Camisasca een bijzondere impuls geven aan de gezins- en de jeugdpastoraal. Gevoelig voor de wereld van de missie, heeft het bisdom 5 diocesane missies: Madagascar, India en Albanië, toevertrouwd aan de pastorale zorg van de “Case della Carità”, en Brazilië, in het bijzonder Amazonië, en Rwanda, toevertrouwd aan de diocesane priesters.
Een andere prioriteit van de lokale Kerk is de relatie met de immigranten.
De Gemeenschap Redemptor hominis is vanaf het midden van de jaren ’70 aanwezig in het bisdom, in de stad Sassuolo (MO). Na gedurende verschillende jaren de parochies Cadiroggio, in de gemeente Castellarano (RE), en Villalunga, in de gemeente Casalgrande (RE), te hebben geleid verleent vanaf september 2015 de Gemeenschap een dienst van samenwerking in de pastorale eenheid "Madonna del Carmelo" (Rometta-Pontenuovo-San Michele de' Mucchietti-Pigneto) in de provincie Modena.
Vanaf haar vestiging in het diocesane gebied heeft de Gemeenschap getuigenis afgelegd van haar inzet in de wereld van de arbeid, vooral de vrouwelijke gemeenschap, eerst in de keramiekindustrie en vervolgens in de ziekenhuiswereld.
In de jaren ’80 en ’90 is de Gemeenschap ook aanwezig geweest in de wereld van de school met katholiek godsdienstonderwijs in verschillende instituten van Sassuolo.
In Sassuolo bevindt zich de vestiging van het Missiebureau Redemptor hominis en via dit bureau organiseert de Gemeenschap de activiteiten van missionaire animatie en verzorgt zij de initiatieven op het gebied van uitgaven in verband met de activiteiten van het Centro Studi Redemptor hominis.
(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)