Afdrukken

 

Aan de gelovigen van de parochie Sagrado Corazón de Jesús van Ypacaraí (Paraguay)

 

Mijn beste vrienden,

De homilie die door paus Franciscus op 1 augustus 2021 is uitgesproken, is in deze tijd van de COVID-19-pandemie van een belangrijke strekking.

De paus roept ons op om na te denken over wat wij moeten veranderen in onze relatie met God, omdat in de laatste tijd in ons een magisch idee van het geloof steeds duidelijker is geworden.

Er is een substantieel verschil tussen godsdienst en magie.

Godsdienst wordt beschouwd als een persoonlijke ontmoeting van de mens met God langs de lijn van de belangeloosheid. Magie neigt er integendeel toe een poging tot overheersing te zijn, een middel (of een techniek) om de mysterieuze krachten die de loop en het verborgen ritme van de dingen regelen, voor eigen voordeel te gebruiken.

In deze zin onderscheidt zich de Bijbelse godsdienst van de magie, omdat hij God niet wil beïnvloeden, maar naar zijn Woord wil luisteren en het in praktijk wil brengen.

Daarom wordt geloof gedefinieerd als gehoorzaamheid aan Gods woord.

De Bijbel bevat een harde veroordeling van magie. De Bijbelse mens pretendeert zeker niet met zijn macht de kracht van God te controleren, maar vraagt dat God zelf het leven van de mens met zijn genade verandert en verrijkt.

In de homilie waarover ik het heb, begint paus Franciscus met enkele fundamentele vragen te stellen: “Waarom zoeken wij de Heer? Wat zijn de beweegredenen van ons geloof?”. Wij moeten dit onderscheiden, omdat er onder de vele verleidingen die wij in het leven hebben, er een is die wij zouden kunnen noemen afgodische verleiding. Die drijft ons ertoe God te zoeken voor eigen gebruik en consumptie, om problemen op te lossen, uit eigen belang, om dankzij Hem te krijgen wat wij alleen niet kunnen verwerven. Maar zo blijft het geloof oppervlakkig, blijft het geloof miraculeus: wij zoeken God, opdat Hij ons geeft wat wij willen, en vervolgens vergeten wij Hem, wanneer wij hebben verkregen wat wij vroegen. In het middelpunt van dit onvolwassen geloof is er geen God, maar zijn er onze behoeften. Het is juist onze noden aan Gods hart toe te vertrouwen, maar de Heer, die veel verder gaat dan onze verwachtingen, wil vooral een liefdesrelatie met ons beleven. En ware liefde is belangeloos, om niet: men heeft niet lief om daarvoor een gunst te krijgen! Dat is belang; en heel vaak zijn wij in het leven belanghebbenden.

De heilige Bernardus geeft ons in een preek over het Hooglied de authentieke en diepe betekenis van wat liefde is, van wanneer wij liefhebben en de dingen niet uit puur belang doen.

De heilige Bernardus schrijft:

“De liefde is voldoende voor zichzelf, zij behaagt voor zichzelf en naar de maatstaf van zichzelf. Zij is zelf verdienste en beloning. Liefde zoekt geen redenen, zij zoekt geen voordelen buiten zichzelf. Haar voordeel bestaat in het bestaan. Ik heb lief, omdat ik liefheb, ik heb lief om lief te hebben”.

In deze tijd van pandemie zijn op een pathologische wijze de “gebedsketens” toegenomen. Wij beleven de relatie met God op een ongezonde wijze, wanneer men denkt dat men door de prijs die aan God of de Maagd of de verschillende heiligen, engelen enzovoort wordt betaald, te vermenigvuldigen, alles kan verkrijgen wat men wil.

Het is niet meer Gods wil, zijn Woord, zijn heilsgeschiedenis die in het middelpunt van ons gebed staat, maar alleen maar onze wil, ons verzoek en ons verlangen.

Zo wordt ons gebed magisch, afgodisch, een commercieel contract, “een miraculeus gebed”, zoals paus Franciscus stelt.

Het christelijk gebed bij uitstek is dat van het “Onze Vader” en wanneer wij het onvermijdbare middelpunt ervan minachten en vergeten, wordt het gemakkelijk niet een daad van christelijke godsdienst, maar een magische daad.

Voor paus Benedictus XVI moeten wij in het gebed in staat zijn voor God onze inspanningen te brengen, het lijden onder bepaalde situaties, van bepaalde dagen, de dagelijkse inzet om Hem te volgen, om christen te zijn en ook de last van het kwaad dat wij in en rondom ons zien, opdat Hij ons hoop geeft, ons zijn nabijheid doet voelen, ons een beetje licht schenkt op onze levensweg.

Het ware gebed sluit volledig aan bij de goddelijke wil.

Ten overstaan van de dood en het kwaad doet Jezus een verzoek: “Laat deze kelk aan mij voorbijgaan” en Hij voegt er met kracht aan toe: “Echter, niet mijn wil, maar uw wil geschiede”.

In het gebed van het Onze Vader vragen wij de Heer: “Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel”. Dat wil zeggen dat wij erkennen dat er een wil van God met en voor ons is, een wil van God betreffende ons leven, dat elke dag steeds meer een verwijzing naar ons willen en ons zijn moet worden; vervolgens erkennen wij dat men in de hemel Gods wil doet en dat de aarde een hemel wordt, een plaats van de aanwezigheid van liefde, goedheid, waarheid, goddelijke schoonheid wordt, alleen als daar Gods wil gedaan wordt.

Het lijkt me dat wij zeer vaak vergeten hebben dat onze zuster lichamelijke dood vroeg of laat, op een dag – zoals de heilige Franciscus zong –, ons bij onze naam zal roepen.

De heilige Gregorius van Nyssa heeft het zeer goed uitgelegd: na de geboorte komt onvermijdelijk de dood, daar ieder nieuwleven als noodzakelijk einde de ontbinding van de dood heeft.

Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven.

Om voor een goede dood te zorgen is het noodzakelijk alleen maar “ja” tegen God te zeggen, daarbij de woorden herhalend die Jezus ons leert en die de woorden zijn die door Maria bij de boodschap van de engel worden uitgesproken: “Uw wil geschiede”.

Tegelijkertijd zeggen wij “nee” tegen al degenen die door Gods wil niet te doen en het werk van een verlicht verstand en een gezuiverd hart niet in praktijk te brengen in verschillende vormen en op verschillende wijzen een slechte dood construeren.

Onze God is niet de God van de dood, maar de God van het leven en al degenen die de dood voortbrengen en de dragers ervan worden, onze meest gedecideerde tegenstand moeten ontmoeten en onder ogen moeten zien.

Alleen zo is ons gebed, ook al vraagt het om de gezondheid van het lichaam, een waarlijk christelijk gebed en niet een magische praktijk, de praktijk van hen die Gods wil niet doen, ermee lachen en dan denken dat ze met een paar gebedsformules en een paar munten om een kaars op te steken de macht van God kunnen kopen.

En moge de zegen van de almachtige God,

Vader en Zoon en Heilige Geest,

over u neerdalen en altijd bij u blijven.

Amen.

 

Emilio firmaDon Emilio Grasso

 

(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)

 

 

18/09/2021

 

Categorie: Homilieën en toespraken