Een overweging uit Kameroen
Gedurende zijn tweeduizendjarig leven heeft de reflectie van het christenvolk omtrent het eigen geloof uitdrukkingen bedacht die als mijlpalen zijn geworden die de weg markeren die het volk van God gaat. Een van deze uitdrukkingen is te danken aan een bisschop uit de tweede eeuw, de heilige Ireneüs, die op een bladzijde van zijn Adversus haereses schreef: “De verheerlijking van God is de levende mens en het leven van de mens is het zien van God”.
Welnu, de heilige Ireneüs herinnert ons eraan dat wij geroepen zijn God te zoeken en Hem te verheerlijken. Maar hij legt ons uit dat God wordt verheerlijkt, wanneer de mens leeft. Het leven van de mens en niet zijn dood is dus de heerlijkheid van God.
Dat is waarom de strijd tegen alles wat de dood voortbrengt zoals ziekte, ondervoeding, gebrek aan hygiëne, onwetendheid, geen drinkbaar water, de onmogelijkheid om medische zorg te krijgen, ongerechtigheid, tribalisme, oorlog, marteling, het beroven van mensenrechten, het gebrek aan vrijheid in al haar uitdrukkingsvormen, onderontwikkeling, corruptie van de macht, economische crisis..., dit alles en nog meer een strijd is voor het leven van de mens en daarom een strijd is voor de verheerlijking van God.
De Vader van Jezus is niet een God die zijn verheerlijking vindt in de dood van de mens. De Vader van Jezus is een God die het leven van de mens wil en dat dit leven vol is.
Onze God is dus een God van het leven en niet een God van de dood. In zijn oneindige liefde voor de mens aanvaardt Hij het het leven te verliezen, aanvaardt Hij het voortschrijdende zich ontledigen van iedere rijkdom van Hem. Maar dat doet Hij alleen, opdat de Dood in zijn dood definitief wordt overwonnen en opdat iedere mens deze het hoofd kan bieden door haar in het gezicht te zien om het Rijk van het Leven, de Triomf van het Leven te bevestigen.
De verheerlijking van God is dus de levende mens. En wij zullen niet de illusie mogen hebben dat wij anders dan met een volledige, radicale, definitieve, intelligente, moedige, voor het leven van de mens georganiseerde inzet God kunnen verheerlijken.
Maar let op! Als wij ten volle willen begrijpen wat dit leven van de mens is, moeten wij God kunnen zien. Zonder het zien van God zullen wij nooit weten wat leven werkelijk wil zeggen, wat levende mens betekent.
Dat is het zien van God dat ons doet begrijpen wat leven en wat dood wil zeggen.
De mensen die dit zien zijn binnengegaan, ook al is dat niet op een expliciete en gethematiseerde wijze in de categorieën van het evangelie, hebben veeleer aan dood en marteling de voorkeur gegeven dan aan een schijn van leven die niets anders geweest zou zijn dan een denkbeeldig levend lijk mee uit wandelen nemen.
Het is het zien van God dat ons wijst wat het leven is en wat de dood is. Buiten dit zien zijn wij als de mensen van Ninive, “die het verschil tussen hun rechterhand en hun linkerhand niet weten” (Jona 4, 11).
Als wij ook een snelle blik werpen op de wereld van vandaag, stellen wij de waarheid van de Bijbelse bewering vast. Wij zullen begrijpen wat deze wereld waarin wij leven, is, wij zullen alleen maar aan de dwaasheid en de dood ervan kunnen lijden, als wij geheel opgegaan zijn in het zien van God.
Men ontdekt alleen wat de zonde is, wat de dood is, wat de verwoesting van het leven is, wat een weggeworpen jeugd is, als men zich bewust is van wat de liefde van God is.
Alleen wie het gelaat van een God ontdekt die arm wordt en zich uit liefde laat verwoesten, kan begrijpen wat zonde, afwijzing, dood wil zeggen, kan huilen over wat hij heeft verloren.
Alleen een steeds diepere kennis van Hem die op ons wacht en ons liefheeft, alleen de kennis van het diepste van zijn barmhartigheid, zijn hartslag, het wachten op zijn stem kan ons doen begrijpen wat leven en wat dood wil zeggen.
De verheerlijking van God is de levende mens en het leven van de mens is het zien van God.
Als wij ten volle willen beantwoorden aan onze roeping om dragers van het leven en niet van de dood te zijn, als wij in onze parochie, in onze wijk, in ons dorp getuigen van het leven en niet van de dood willen zijn, dan moeten wij in het middelpunt van ons leven het zien van God plaatsen. Groeien in dit zien, dit zien verdiepen is het eerste werk waartoe wij geroepen zijn, als wij vierders van het leven en niet van de dood willen zijn.
Het zien is de volheid van het geloof en het geloof is dus het begin van het zien. En het geloof komt voort uit het aandachtig en gehoorzaam luisteren naar het woord van God (vgl. Rom. 10, 17).
Waar dit luisteren, dit aanvaarden, deze verdieping, deze gehoorzaamheid, dit begrip, dit zwemmen in de zee van het Woord er niet is..., waar dit alles ontbreekt, daar kan geen geloof zijn.
En zonder geloof zullen wij nooit tot het zien komen. En dan zouden wij ook zeer veel dingen kunnen doen, maar wij zullen nooit de dienaren van het Leven kunnen zijn, omdat “de verheerlijking van God de levende mens is en het leven van de mens het zien van God is”.
(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)
11/08/2024