De uitdagingen van de missie

De missie stelt vandaag zeer veel vragen en roept op zich opnieuw vragen te stellen.

In Afrika kan bijvoorbeeld de missie niet meer worden verwezenlijkt zoals vóór de genocide in Rwanda, waar catechisten personen van een andere bevolkingsgroep hebben gedood en waar zelf godgewijden zover gegaan zijn dat zij medebroeders hebben vermoord, alleen al omdat de wet van het bloed heeft geprevaleerd boven de wet van vrijheid en genade.

De Kerk is de familie, gesticht op het bloed van Christus Jezus, maar als in Rwanda deze familie zich niet heeft gevormd, moeten wij volledig de praktijk herzien die tot deze situatie heeft geleid en niet dezelfde fouten herhalen.

Wat dit betreft, herinneren wij aan hetgeen door Paus Franciscus is gezegd na een audiëntie verleend aan de president van de Republiek van Rwanda, Paul Kagame.

Het communiqué van de Sala Stampa Vaticana, dat onmiddellijk werd uitgegeven na de audiëntie van 20 maart 2017, zei het volgende:

“De paus heeft zijn diepe verdriet en dat van de Heilige Stoel en de Kerk om de genocide tegen de Tutsi getoond, zijn solidariteit met de slachtoffers en allen die nog steeds onder de gevolgen van die tragische gebeurtenissen lijden, tot uitdrukking gebracht en in de lijn van het gebaar, door de heilige Johannes Paulus II gedurende het grote Jubileum van 2000 gedaan, de smeekbede om vergeving tot God hernieuwd voor de zonden en de tekorten van de Kerk en haar leden, onder wie priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen die zijn bezweken voor haat en geweld en zo hun evangelische zending hebben verraden. De paus heeft eveneens de wens uitgedrukt dat dit nederig erkennen van de in deze omstandigheid begane fouten, die helaas het gezicht van de Kerk hebben verminkt, ook in het licht van het recente Heilig Jaar van de Barmhartigheid en van het Communiqué, gepubliceerd door het episcopaat van Rwanda ter gelegenheid van de afsluiting ervan, ertoe bijdraagt ‘het geheugen te zuiveren’ en met hoop en hernieuwd vertrouwen een toekomst van vrede te bevorderen en zo ervan te getuigen dat het concreet mogelijk is samen te leven en te werken, wanneer de waardigheid van de menselijke persoon en het gemeenschappelijk welzijn in het middelpunt worden geplaatst”[1].

In Latijns-Amerika verklaart de meerderheid van de bevolking zich katholiek, maar toch hebben er corruptie, onrecht, drugshandel en armoede de overhand. Wij zijn altijd bereid politici en bestuurders de schuld te geven, maar vergeten dat deze mensen onze catechese hebben gehoord, op onze scholen hebben gezeten en onze kerken hebben bezocht. Dus moeten wij ons afvragen of deze ernstige problemen het gevolg zijn van onze niet-opvoeding, omdat wij hun niet het wezenlijke hebben doorgegeven en zo de scheiding tussen geloof en leven hebben bevorderd.

Evangelii nuntiandi benadrukt de waarde van het getuigenis: “De hedendaagse mens luistert liever naar getuigen dan naar leermeesters, of als hij luistert naar leermeesters, dan doet hij dat, omdat het getuigen zijn”[2].

Paulus VI benadrukt echter de niet te onderdrukken noodzaak om te evangeliseren met het woord ondanks al het diskrediet dat dit heeft ondergaan. Alleen met het woord is de evangelisatie blind, maar zonder is het getuigenis dubbelzinnig: daarom is het noodzakelijk woord en daad, woord en getuigenis altijd met elkaar te verbinden.

In een religieuze gemeenschap kan er een persoon zijn die verkondigt, en een ander die getuigt. Het charisma is altijd een gedeelte, het put niet alle aspecten van Christus uit en daarom zijn er in de Kerk verschillende charisma’s en heeft ieder zijn functie. Moeder Theresa put met al haar grootheid het Mysterie van Christus niet uit. Ieder charisma brengt alleen maar een aspect van het onuitputtelijk Mysterie van de Heer naar voren. De Kerk is niet alleen de heilige Dominicus, maar evenmin alleen maar de heilige Johannes van het Kruis.

Een ander belangrijk probleem is dat van de relatie met de gerechtigheid. Hierover is de encycliek Deus caritas est heel duidelijk. Gerechtigheid invoeren en bewaren komt de staat toe en de politiek is het werk van de leken. De Kerk kan een ondersteunend discours houden, maar de aanvulling moet alleen maar momenteel zijn[3].

De grote journalist Enzo Biagi schreef met diepe scherpzinnigheid:

“Jezus vermenigvuldigde broden en vissen, veranderde water in wijn (en Hij versneed geen wijn), maar opende nooit een restaurant”[4].

De barmhartige Samaritaan zag een gewonde man, kwam hem te hulp, bracht hem naar een herberg, verzorgde hem, maar bouwde geen ziekenhuis om alle zieken te verzorgen. Ware naastenliefde is belangeloos jegens hen die werkelijk niet de mogelijkheid hebben om het alleen te redden en die misschien je zelfs niet kunnen bedanken.

Gerechtigheid komt, zoals wij hebben onderstreept, in wezen de staat toe, die alle burgers bepaalde levensomstandigheden moet garanderen. Vaak rekken wij een vervanging daarvan en een grens overschrijdende edelmoedigheid en vinden wij het bijna jammer dat de staat zijn taken op zich neemt. Op deze manier vormen wij de mensen niet en hebben wij het schandaal van overwegend katholieke landen waar de percentages corruptie en ongerechtigheid tot de hoogste behoren.

Het is dus noodzakelijk de burgers te herinneren aan eigen verantwoordelijkheden, omdat dit een evangelische eis is. Ons komt het toe de gewetens te vormen en te zorgen voor de verkondiging van Christus met al haar consequenties.

Zeer veel situaties zijn ondoordringbaar, moeilijk, maar dit moet ons niet ontmoedigen, maar moet ons bezielen om te pas en te onpas aan te dringen door de wegen van het evangelie te vinden en niet af te zien van het eigen van ons christen zijn.

Slot

Evangeliseren is spreken tot het hart van de mens: dat is de kern van missie. Ieder mens is anders, het is noodzakelijk hem uit de anonimiteit te halen om hem te laten ontdekken dat hij bestaat in de uniciteit van zijn persoon, niet als een slokdarm, maar als verlangen om God te zien.

Het evangelie geeft geen technische oplossingen, maar roept de mens op antwoord te geven op de verschillende vragen met zijn intelligentie-wil-vrijheid-verantwoordelijkheid. En de mens moet vooral weten te luisteren naar de diepe vraag die hem over de zin van het leven wordt gesteld.

Een laatste aspect waarop ik wil wijzen, is dat van het geheugen. De heilige Johannes Paulus II had verklaard dat “er geen toekomst is zonder geheugen”[5], maar het betreft een geheugen die zich niet opsluit in het verleden, omdat er evenmin een toekomst kan zijn zonder vergeving.

Wij moeten voorwaarts gaan, wij kunnen niet – zoals Emmanuel Mounier zou zeggen – kapelaans van de achterhoede zijn: wie niet onderweg wil zijn en met zijn hoofd naar achter gekeerd leeft, is niet gemaakt voor het evangelie.

Wij moeten onderweg zijn, omdat men het Rijk Gods alleen maar tegenkomt door verder te gaan. Zo ontmoeten wij Jezus in de missie door onderweg te zijn, omdat Hij ons voorgaat, en dat geeft ons een gevoel van evangelische zekerheid.

Paus Franciscus roept heel de Kerk op tot een geestelijke vernieuwing en bekering.

“De pastoraal in missionair opzicht vereist van het pastorale gemakzuchtige criterium van ‘men heeft het altijd zo gedaan’ af te stappen. Het gaat erom moedig en creatief te zijn in deze taak de doelstellingen, structuren, stijl en methoden van evangelisatie van de eigen gemeenschap opnieuw te overdenken. Een bepalen van de doeleinden zonder een passend gemeenschappelijk zoeken naar de middelen om ze te bereiken is gedoemd zich te vertalen in pure fantasie. ... Het belangrijkste is niet alleen te gaan, altijd te rekenen op de broeders en zusters en in het bijzonder op de leiding van de bisschoppen in een wijze en realistische pastorale onderscheiding”[6].

Missie wil in wezen zeggen buiten zichzelf treden. Dat is de weg die Paus Franciscus ons uitnodigt met durf en hartstocht te gaan. Laten wij naar hem luisteren!

“Wanneer wij christenen opgesloten zijn binnen onze groep, beweging, parochie, omgeving, blijven wij opgesloten en overkomt ons hetgeen met alles wat opgesloten is, gebeurt; wanneer een kamer gesloten is, begint de geur van vocht. En als een persoon in die kamer is opgesloten, wordt hij ziek! Wanneer een christen binnen zijn groep, parochie, beweging is opgesloten, wordt hij ziek. Als een christen erop uittrekt langs de wegen, in de periferieën, kan hem overkomen wat sommige mensen overkomt die op straat komen: een ongeluk. Wij hebben zo vaak ongelukken gezien. Maar ik zeg u: ik verkies duizend maal een Kerk met ongelukken boven een zieke Kerk!”[7].

Emilio Grasso

 

 

__________________

[1] https://pres.vatican.va/content/salastampa/it/bollettino/pubblico/2017/03/20/0169/00393.html

[2] Evangelii nuntiandi, 41.

[3] Vgl. E. Grasso, Firmeza y decisión. Fe y politica en la perspectiva de los excluidos de la sociedad, Centro de Estudios Redemptor hominis, San Lorenzo (Paraguay) 2007.

[4] E. Biagi in “L’Espresso” (5 december 1996) 10.

[5] Johannes Paulus II, Angelus Domini (11 juni 1995).

[6] Evangelii gaudium, 33.

[7] Paus Franciscus, Toespraak tot de deelnemers aan het Internationaal Congres over de Catechese (27 september 2013).

 

(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)

 

 

04/02/2025