Wachter van een nieuwe dag voor Afrika

 

Nee zeggen tegen het gemakkelijke geld van de corruptie

Intussen doet zich een belangrijke gelegenheid voor werk voor, een stage bij het Kongolese Bureau voor Controle dat zich bezighoudt met controle van de hoeveelheid en de conformiteit van de goederen die de grenzen van Kongo overgaan. Na de stage wordt Floribert aangenomen en toegewezen aan Kinshasa.

Hij zou tevreden kunnen zijn met een goed werk in de hoofdstad, maar hij voelt zich niet op zijn gemak in Kinshasa; hij slaagt er niet in zich uit te drukken – zegt Floribert – en zal een jaar later besluiten weer naar Goma te gaan en vraagt om overplaatsing om persoonlijke redenen.

Zijn vader, die altijd tegen zijn maatschappelijk en politiek engagement was geweest, tracht hem tevergeefs dit te ontraden door Floribert uit te leggen dat Goma zeker een stad van grote mogelijkheden en economische handel is geworden, maar ook een heel gevaarlijk centrum is waar geweld aan de orde van de dag is en uiteindelijk als iets banaals wordt beschouwd. En het werk bij de douane is zeer hachelijk...

Heel snel zou Floribert dit persoonlijk constateren. Ondanks de inspanningen van het Kongolese Bureau voor Controle ontmoet Floribert een klimaat van weerstand tegen de controles, de vernietiging van bedorven producten, zoals die, door hem gerealiseerd, van bedorven rijst of van met stukjes glas vermengde suiker. Hij is bezorgd om dit klimaat van illegaliteit, dat wordt beheerst door de mythe van het gemakkelijke geld en van geweld.

Aan een vriend die hem vragen stelt over de werkdruk, antwoordt hij:

“Ja, er is veel druk. Maar ik wil niet wijken; als ik niet zou vernietigen wat schadelijk is voor de gezondheid van zoveel mensen, als ik het zou accepteren me te laten omkopen, zou dat zijn als alles waarin ik heb geloofd, verraden, zou dat zijn alsof ik mijn eigen vernietiging zou accepteren. Ik ga verder. Ik heb bijvoorbeeld partijen bedorven rijst geblokkeerd, omdat men de bevolkingen niet mag blootstellen aan zo’n gevaar”[1].

Floribert is bezorgd, maar hij is geen slaaf van de druk; hij blijft een man die vrij is van de dictatuur van het gemakkelijke gewin en van het hebben. Hij wijkt niet voor de lichtzinnige beweringen die vaak worden uitgewerkt om het kwaad te rechtvaardigen.

“Toch zal hoe dan ook niets veranderen... Als jij je niet laat omkopen, zal een ander het doen... Jij zult zeker niet dit land weer op het rechte pad brengen”.

Floribert volgt integendeel zijn geweten en verraadt noch zijn idealen noch de armen. Hij zegt nee tegen de verafgoding van het geld en tegen de angst.

Hij vindt in het woord van God de weg die afgelegd moet worden. In zijn Bijbel heeft hij een passage onderstreept die hem bevraagt: het gesprek van Johannes de Doper met enkele soldaten: “En wij, wat moeten wij doen?”. Hij antwoordde hun: “Niemand uitplunderen, niemand iets afpersen, maar tevreden zijn met uw soldij” (Luc. 3, 14).

Voor Floribert gaat het eenvoudig erom het evangelie te beleven.

In deze zin

“leert het leven van Floribert dat als iemand niet begint op te staan tegen corruptie, zal de gemeenschappelijke geschiedenis het niet redden. Hebzucht is immers de wortel van iedere corruptie die ertoe leidt te spotten met de wetten, zich te verkopen voor geld, de eerlijke mensen te doden”[2].

Leef ik voor Christus of niet?

Hoewel hij zich bewust is van de risico’s die hij loopt, blijft hij de aanbiedingen van corruptie afwijzen, die tot 2000-3000 dollar gaan (een belangrijke som vooral in de context waarin hij leeft) om een grote hoeveelheid bedorven voedsel door te laten; de bedreigingen worden steeds zwaarder.

Hij spreekt erover met een van zijn vriendinnen, zuster Jeanne-Cécile Nyamungu, arts in het ziekenhuis van Goma, en hij vraagt haar wat de gevolgen zouden kunnen zijn voor hen die van de bedorven rijst hadden gegeten. Wanneer hij de risico’s voor de gezondheid en zelfs voor het leven heeft leren kennen, brengt hij duidelijk zijn gedachten hierover tot uitdrukking: “Het geld zal spoedig verdwijnen...”; “Ik leeft voor de Christus, of niet?”.

Het gaat er immers voor Floribert om consequent Christus te volgen, de armen lief te hebben en te respecteren. Hij heeft zijn beslissing al genomen, wat de prijs hiervoor ook is: “Het is beter te sterven dan dat geld te accepteren”[3].

Die duidelijke en uitdrukkelijke vastbeslotenheid van de beslissing van Floribert maakt van hem een martelaar, een getuige. Zijn dood zal geen noodlot zijn.

Floribert wordt op 7 juli 2007 ontvoerd, zwaar gemarteld, vervolgens wordt hij gedood en achtergelaten aan de rand van de weg; twee dagen later zal hij worden gevonden. Zijn onverzettelijkheid heeft hem zijn leven gekost…

Zijn vrienden hadden hem angstig, met een voorgevoel van het drama, overal gezocht, tot aan de grens met Rwanda.

Men heeft veel over de redenen van zijn vermoording gesproken. Floribert was zeer bekend in Goma: zijn activisme, zijn vrijheid van oordeel en handelen. Zich van hem ontdoen en dit op een gruwelijke en voor allen gedenkwaardige wijze is een fundamentele keuze geweest. Wie zou nog de moed hebben gehad om zijn nek uit te steken en zich te verzetten tegen wat was besloten?[4].

Wachter van een nieuwe dag

Zijn voorbeeld blijft voor altijd in de herinnering van zijn vrienden in Goma, (waar vandaag de onkreukbare agenten “Bwana Chui” genoemd worden) en ook daarbuiten.

Zijn geschiedenis en de getuigenissen van hen die hem hebben gekend, zijn verzameld om het proces van zaligverklaring in te stellen.

Talrijk zijn de scholen en de maatschappelijke werken die zijn naam dragen om het getuigenis en de boodschap ervan door te geven.

Het is een droevige en tegelijkertijd hoopvolle geschiedenis. Zij brengt “de zwakke kracht van het evangelie” tot uitdrukking. Floribert wijst de weg voor de verrijzenis van Afrika, die begint bij de jongeren en de leken[5], bij hen die niet buigen voor de bedreigingen en de logica van het materiële belang en het geld.

“Zijn offer doet voor Kongo en Afrika, voor zoveel contexten die vergiftigd zijn door corruptie en de wurgreep van de verafgoding van het geld, vragen: ‘Wachter, hoever is de nacht?’. De wachter antwoordt iedere Kongolees, iedere Afrikaan, allen die hopen op een betere, rechtvaardigere, vrijere, menselijke toekomst: ‘De morgen is gekomen. Bekeert u, komt!’ (vgl. Jes. 21, 11-12)”[6].

Jongeren kunnen in Floribert het voorbeeld en de redenen vinden om consequent te geloven, omdat het kwaad nooit het laatste woord zal hebben. Hij heeft als wachter een nieuw dag voorbereid en verkondigd voor Afrika en heel de Kerk.

Antonietta Cipollini

 

 

Paus Franciscus en Floribert


Toen paus Franciscus op zijn reis in Afrika in 2023 tot de jongeren en de catechisten in de DRK sprak, in Kinshasa, heeft hij verwezen naar de rijke geestelijke erfenis van het continent en de DRK: na de heiligen ervan, zoals Anuarite en Bakanja aangehaald te hebben heeft hij gesproken over Floribert Bwana Chui en zijn afwijzen van de corruptie.

“Ik herinner mij het getuigenis van een jongere zoals jullie, Floribert Bwana Chui: vijftien jaar geleden werd hij, slechts 26 jaar oud, in Goma gedood, omdat hij de doorvoer van bedorven voedsel had geblokkeerd, dat de gezondheid van de mensen geschaad zou hebben. Hij kon het laten passeren, ze zouden het niet ontdekt hebben en hij had er ook nog bij verdiend. Maar als christen bad hij, dacht hij aan de ander en koos hij ervoor eerlijk te zijn en zei nee tegen de smerigheid van de corruptie. Dat is de handen schoon houden, terwijl de handen die zich met de geldhandel bezighouden, zich bevuilen met bloed. Als iemand je een envelop geeft, gunsten en rijkdommen belooft, trap er niet in, laat je niet bedriegen, laat je niet opslokken door het moeras van het kwaad. Laat je niet overwinnen door het kwaad, geloof niet in de duistere intriges van het geld, die doen wegzakken in de nacht. Eerlijk zijn is overdag stralen, is het licht van God verspreiden, is de zaligheid van de gerechtigheid beleven: overwin het kwaad met het goede”.

(Paus Franciscus, Ontmoeting met de jongeren en de catechisten,
Kinshasa, 2 februari 2023)

     

 

 

__________________

[1] F. De Palma, Il prezzo di due mani pulite..., 124.

[2] F. Occhetta, Floribert Bwana Chui, op www.santegidio.org/pagelD/30448.langID/it/FLORIBERT-BWANA-CHUI.html

[3] F. De Palma, Il prezzo di due mani pulite..., 133.

[4] Vgl. F. De Palma, Il prezzo di due mani pulite..., 159-160.

[5] Vgl. A. Riccardi, Presentazione, in F. De Palma, Il prezzo di due mani pulite..., 11.

[6] F. De Palma, Il prezzo di due mani pulite..., 141.

 

(Vertaald uit het Italiaans door Drs.H.M.G. Kretzers)

 

 

26/02/2025