Een verhelderende herinterpretatie
“Het idee van vrijheid is altijd fundamenteel geweest voor mijn begrip van en mijn religieuze opvatting over de wereld, en in dat begrip van vrijheid heb ik in Dostojewski mijn geestelijk vaderland gevonden”, zo schrijft de filosoof Nikolai Berdyaev (1874-1948) in het Voorwoord van zijn boek over de grote auteur[1], en daarbij biedt hij ons een bijzonder diepgaande en suggestieve interpretatie van de Russische romanschrijver. Dostojewski is van doorslaggevend belang geweest voor zijn geestelijk leven, “hij heeft mijn ziel meer dan iedere andere schrijver en denker wakker geschud”.
Het was in de winter van 1920-21 dat Berdyaev besloot de overwegingen die hij in de loop van de jaren over het werk van Dostojewski had doen rijpen, te verzamelen. Hiermee wilde hij afstand nemen van het “laïcistische geloof” van het marxisme en het in naam van Dostojewski in staat van beschuldiging stellen door hiertegenover een opvatting over de wereld te stellen die gebaseerd is op vrijheid in plaats van op historische noodzakelijkheid. Zijn ideeën werden, zoals wij weten, niet op prijs gesteld door de bolsjewistische autoriteiten; zo werd in 1923 Berdyaev tegelijk met de publicatie van zijn boek over de Russische romanschrijver gedwongen in ballingschap te gaan.
Het is verhelderend dit essay opnieuw te lezen. De grote problemen van de mens, die Berdyaev naar voren brengt door middel van een analyse van de belangrijkste conceptuele kernen van het werk van Dostojewski over de mens, de vrijheid, het kwaad, de liefde, de revolutie, het socialisme, maken het ons mogelijk het geweten van het huidige Europa, de kwalen en de aspiraties ervan te meten.
Het essay van Berdyaev wil geen historisch-literair onderzoek over Dostojewski, noch een biografie en nog minder een literaire kritiek zijn, het wil daarentegen de geest van Dostojewski, het zeer diepgaand begrip ervan in de wereld, de mens en zijn geschiedenis, God openbaren, een begrip dat artistiek, maar ook filosofisch is.
Berdyaev belicht met grote doeltreffendheid hoe er in Dostojewski een overheersend denken is waarop iedere creatieve inspanning gericht is: de mens en zijn bestemming, de mens en zijn vrijheid.
Heel het werk van de Russische schrijver lijkt hem een verdediging van de mens te zijn die soms grenst aan goddeloosheid, en die uiteindelijk uitloopt op toevertrouwen van de bestemming aan Christus. Er is in Dostojewski een uitzonderlijk antropologisch besef dat alleen mogelijk is, zoals Berdyaev onderstreept, in de christelijke wereld, in het christelijk tijdperk van de geschiedenis. Het christendom richt immers de hele wereld op de mens.
In de mens is er een niet te onderdrukken neiging tot een onbezonnen vrijheid. De bestemming van de mens is niet gebaseerd op de eenvoudige waarheid dat twee en twee vier is, berust niet op een rationele orde van het leven; vandaar de vijandschap van Dostojewski jegens het socialisme, jegens iedere vorm van een dwingende rationalisering en utopie van het aardse paradijs.
De vrijheid, de mens en zijn bestemming
Berdyaev laat zien hoe het probleem van de mens en zijn bestemming in Dostojewski vóór alles naar voren komt als het probleem van zijn vrijheid. God ontneemt de mens niet de last van zijn vrijheid; vanuit dit aspect is Hij “wreed”, omdat met vrijheid verdriet, lijden gepaard gaat. God legt de mens een enorme verantwoordelijkheid op, die beantwoordt aan de waardigheid van vrije personen en die ook de vrijheid van het kwaad veronderstelt.
Voor Berdyaev is Dostojewski de hartstochtelijkste verdediger geweest van de gewetensvrijheid die de christelijke wereld heeft gekend. “De vrijheid van hun geloof is u dierbaarder dan al het andere geweest”, zegt de Grootinquisiteur tegen Christus. Het beginsel van de Antichrist is voor de Russische romanschrijver niets anders dan de ontkenning van de vrijheid van de geest, het geweld dat wordt uitgeoefend tegen het geweten van de mens, vaak in naam van zijn welzijn zelf en zijn geluk. Hierdoor komt Dostojewski in opstand tegen iedere vermeende opgelegde “harmonie”, of die nu katholiek, theocratisch of socialistisch is.
Vaak gelooft de mens in zijn vrije wil, in de opstand van zijn “Euclidische geest” dat hij een betere wereld kan scheppen waarin niet zoveel kwaad, zoveel verdriet is, noch de tranen zijn van een onschuldig kind. Het is de logica van een atheïstisch humanisme dat de pretentie heeft te handelen in de naam van de liefde voor het goede en God niet kan aanvaarden, omdat de wereld slecht is, vol ongerechtigheid en leugen.
Het is het eeuwige bezwaar tegen God: het bestaan van het kwaad in de wereld. Berdyaev formuleert de paradox van het antwoord van de Russische schrijver zo: God bestaat, omdat het kwaad en het verdriet in de wereld bestaan; het bestaan van het kwaad is een bewijs van het bestaan van God. Als de wereld uitsluitend goed en rechtvaardig zou zijn, dan zou God niet meer nodig zijn, dan zou de wereld God zijn. God bestaat, omdat het kwaad bestaat. Dat betekent dat God bestaat, in zoverre de menselijke vrijheid bestaat.
Zonder vrijheid zou er geen verantwoordelijkheid voor het kwaad zijn. Zonder menselijke vrijheid zou God de verantwoordelijke voor het kwaad zijn. Dostojewski heeft ten diepste begrepen dat het kwaad, evenals het goede, een product is van de vrijheid.
De moraal van de catechismus zal nooit een antwoord kunnen zijn op de kwelling van de helden van Dostojewski die zich op de weg van het kwaad hebben begeven, deze kwelling is verschrikkelijker dan iedere straf die door de wet van de staat wordt opgelegd. Het geweten is immers onverbiddelijker dan die wet. Wij doden onze naaste, niet alleen wanneer wij zijn fysieke leven vernietigen; een verborgen bedoeling die erop gericht is zijn leven te ontkennen, is al een doden in de geest en de mens is daarvoor verantwoordelijk. Wij zijn allen moordenaars, ook als de positieve wet en de publieke opinie ons voor vrij van iedere verantwoordelijkheid en straf houden. Er zijn misdaden die aan het wettelijk en menselijk oordeel ontkomen. Ivan Karamazow is een moordenaar, ook al heeft hij zijn vader, die daarentegen door Smerdyakov is gedood, niet gedood. Maar Ivan wordt gek van wroeging, omdat hij in zijn gedachten zijn dood heeft gewenst en zijn eliminatie heeft gesteund.
De vrije geest in de mens heeft een eeuwige en absolute waarde, maar is ook een verantwoordelijke geest. Het bestaan van het innerlijke kwaad en van de menselijke verantwoordelijkheid ervoor toegeven betekent het werkelijke bestaan van de menselijke individualiteit toegeven. Het kwaad is verbonden met het persoonlijke bestaan.
Berdyaev analyseert ook de ervaring van de liefde in de personages van Dostojewski: zij wordt meestal beleefd op een stormachtige wijze, die het hun niet toestaat tot een vereniging te komen, omdat zij verstrikt zijn in de immanentie van het eigen “ik”, die verdorvenheid en gespletenheid voortbrengt.
Onder de thema’s die een bijzondere aandacht krijgen van de filosoof, zijn er ook die van de revolutie en het socialisme. Berdyaev laat in dezen zien hoe op Dostojewski de te zeer voor de hand liggende criteria van “revolutionaire” of “contra-revolutionaire” geest niet van toepassing zijn. De vijandigheid van Dostojewski jegens de revolutie is niet de vijandigheid van een mens die belangen verdedigt die verbonden zijn met een oude wijze van leven. Het is de vijandigheid van een apocalyptische mens die aan de kant van Christus staat in zijn eindstrijd met de Antichrist.
Het socialisme zou in de opvatting van de Russische romanschrijver het christendom willen vervangen. Maar dit zwicht voor alle drie de verleidingen die door Christus worden afgewezen en die het drievoudige gevaar vertegenwoordigen waaraan de mensheid is blootgesteld, wanneer zij afziet van de vrijheid die Hij heeft gebracht. Volgens Dostojewski speelt in de drie vragen die in de woestijn door de verschrikkelijke en intelligente Geest aan Christus worden gesteld, de hele toekomstige geschiedenis van de mensheid. Zij stellen als oplossing van de menselijke problemen het wonder, het mysterie en het gezag voor. Maar Christus weigert de mensen te “kopen” met de kracht van het wonder: wat voor een vrijheid zou het zijn, als hun aansluiting bij Hem met brood zou worden gekocht? Eveneens weigert Hij zich van de tempel naar beneden te storten om te tonen dat Hij de Zoon van God is, omdat Hij de mensen niet wil dwingen Hem met de kracht van het mysterie te erkennen. Ten slotte weigert Hij te knielen om het rijk van de aarde en iedere logica ervan te aanbidden. Het socialisme zwicht daarentegen volgens het oordeel van Dostojewski voor de verleiding stenen in brood te veranderen, in de vleierij van de maatschappelijke geest en van het rijk van deze wereld. Het wil het leven rationaliseren, het aan een collectieve rede onderwerpen, de bestemming van de mens toevertrouwen aan een economische oplossing. In dit alles is er geen eeuwigheid en blijft er voor de mens niets anders over dan zich aan elkaar vast te klampen om een vals geluk op aarde op te bouwen.
_________________________
[1] Vgl. N. Berdjaev, La concezione di Dostoevskij, Piccola Biblioteca Einaudi, Torino 2002, 179 blz.
(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)
02/08/2020