Een verhelderende herinterpretatie

 

De Grootinquisiteur

Berdyaev is onder de indruk van het thema van de Legende van de Grootinquisiteur, die te vinden is in De gebroeders Karamazow, die hij beschouwt als “het hoogtepunt van het werk van Dostojewski”, waarbij hij ook wijst op de overeenkomst met de visie van Vladimir Solovjov in het Verhaal van de Antichrist.

In de Legende worden twee universele principes onder ogen gezien die met elkaar botsen: enerzijds de ontwapende vrijheid en anderzijds het geweld van de dwang, enerzijds het geloof in de zin van het leven en anderzijds het wantrouwen ten opzichte hiervan, enerzijds de goddelijke liefde en anderzijds het atheïstische medelijden met de mensen; Christus en de Antichrist worden namelijk tegen elkaar uitgespeeld.Berdjaev La concepcion de Dostoevskij 4nl

De Grootinquisiteur is een asceet, vrij van lage materialistische verlangens, bezorgd om het menselijk geluk. Hij heeft een geheim: hij gelooft niet in God en in de zin van de wereld. Na het geloof verloren te hebben heeft de Grootinquisiteur begrepen dat een enorme massa mensen niet de kracht heeft om de last van de door Christus geopenbaarde vrijheid te verdragen. De weg van de vrijheid is moeilijk, pijnlijk, tragisch, hij gaat de krachten van een wezen te boven dat zo onbetekenend en klein is als de mens. God heeft een orde in de wereld geschapen die vol verdriet is, Hij heeft de mens de ondraaglijke last van de vrijheid en de verantwoordelijkheid opgelegd. De Inquisiteur wil een betere orde opbouwen, hij beschuldigt Christus ervan de mensen niet bemind te hebben, omdat hij hen met een vrijheid heeft belast die hun krachten te boven gaat. De Grootinquisiteur komt in opstand tegen God in naam van de mens, van de mens waarin hij niet gelooft.

De vrijheid kan alleen in Christus worden gevonden, in de Christus die ten overstaan van de Inquisiteur heel de tijd zwijgt. De kracht van zijn waarheid openbaart zich in de stilte en alleen maar in zoverre zij tegengesteld is aan de ideeën die door de Grootinquisiteur tot uitdrukking worden gebracht; zij straalt lichtend door de tegenwerpingen heen die de Grootinquisiteur ertegen inbrengt. Hij spreekt, argumenteert en spant zich in om te overtuigen, hij heeft een sterke logica en een plan voor de mensen ter beschikking. In hem is een gelijkenis met het goede, zoals in iedere anti-christelijk kwaad altijd het gevaar van verwarring en verwisseling aanwezig blijft.

In de Legende lost Dostojewski zijn fundamenteel probleem op dat reeds werd gesteld in andere werken van hem zoals de Aantekeningen uit het ondergrondse en Demonen. De oplossing komt aan het licht in het betoog van Ivan Karamazow en juist door middel van zijn atheïstische en rebelse ziel komt de lof van Christus naar boven. Iedere bestemming van de mens gaat of naar de Grootinquisiteur of naar Christus en men moet kiezen, omdat iedere middenweg een voorbijgaande staat zou zijn waarin de uiterste grenzen nog niet duidelijk zijn geworden.

Zo richt Berdyaev zich in een tijd dat Europa het ritme van een catastrofaal proces volgde, tot zijn grote landgenoot, die de diepte van de menselijke geest had leren begrijpen en ook de neergang van Europa had leren voorzien, waarbij de materialistische eisen intussen ieder zicht op de hemel aan het verduisteren waren. Europa was in zijn ogen een “kerkhof” geworden, zoals Ivan Karamazow zegt, ook al is het kostbaarste kerkhof. Daarin

“liggen dierbare doden, iedere steen op hen spreekt van een zo vurig verleden, een zo hartstochtelijk geloof in eigen ondernemingen, in de eigen waarheden, in eigen strijd en eigen wetenschap dat ik, ik weet het al, naar de aarde zal gaan en die stenen zal kussen en hierop zal wenen, ook al ben ik met heel mijn ziel ervan overtuigd dat het zo lang een kerkhof is en niets meer”.

Berdyaev is ervan overtuigd dat Europa zich moet richten tot Dostojewski, omdat hij een meester blijft die het licht in deBerdjaev La concepcion de Dostoevskij 5 duisternis leert ontdekken, het beeld en de gelijkenis van God in de meest verachtelijke mens ontdekken, in vrijheid en verantwoordelijkheid geloven. Dostojewski geeft de Europeanen het geloof in de innerlijke mens terug.

De gelaatstrekken van de Grootinquisiteur kunnen in de geschiedenis veranderen, maar zijn pretentie blijft dezelfde: de mens in naam van zijn geluk, of minstens van een leven dat bevrijd is van de last van pijn en verdriet, vrijheid en verantwoordelijkheid ontnemen.

Voor Dostojewski had de Grootinquisiteur de trekken van het atheïstische en materialistische socialisme. Maar vandaag kunnen de trekken ervan anders zijn. De nieuwe hiërarchieën brengen een vorm van overheersing van de gewetens tot uitdrukking die Benedictus XVI de “dictatuur van het relativisme” noemde. Een paradoxale uitdrukking, daar dictatuur een opleggen van boven is, terwijl relativisme de mens wil “bevrijden” van de last van absolutismen en nu juist reageert tegen alles wat wordt beschouwd als een opleggen van boven, in het bijzonder met verwijzing naar waarheid, openbaring, morele waarden. Maar de cultuur van het relativisme wordt dictatuur, wanneer het de deconstructie van ons mens zijn oplegt door “het te bevrijden” van ieder geloof door middel van een proces van culturele verandering dat ogenschijnlijk ongevaarlijk is, maar in feite totalitair en dat een diktat wordt voor een nieuwe ethiek op mondiaal niveau.

Door de kernen van Dostojewski’s opvatting opnieuw te bestuderen bevestigt het essay van Berdyaev opnieuw dat als er niets boven de mens gaat, er ook geen mens is. Als de vrijheid zonder inhoud, zonder object is, als er geen verband is tussen menselijke en goddelijke vrijheid, dan is er ook geen vrijheid, noch bevrijding.

Silvia Recchi

 

(Vertaald uit het Italiaans door Drs. H.M.G. Kretzers)

 

 

06/08/2020